Pancreatitis welke verschijnselen hebben honden en katten?
Honden en katten kunnen door een nog onbekende oorzaak een ontsteking van de alvleesklier ontwikkelen. Dit heet een pancreatitis en de klachten van de honden en katten kunnen hierbij erg varieren in ernst. Klachten lopen uiteen van vaag en ongemakkelijk zijn tot overlijden aan de gevolgen van de complicaties.
De werking van de alvleesklier (pancreas) is besproken in
Alvleesklier (Pancreas) wat is dat voor orgaan?. In dit blog zal ik de symptomen die honden en katten kunnen vertonen ten gevolge van een milde tot ernstige pancreatitis. Helaas zijn veel verschijnselen vrij algemeen en daardoor zal de eigenaar ze vaak minder snel koppelen aan een pancreatitis.
Symptomen bij honden met een pancreatitis.
De verschijnselen van een hond met een alvleesklierontsteking:
- Verlies van eetlust
- Braken
- Diarree
- Buikpijn, soms gaan honden meer voorovergebogen staan om dit te verminderen
- Sloomheid
- Koorts
- Uitdroging
- Zeer ernstige andere symptomen zoals hartritmestoornissen, ademhalingsproblemen of shock
De verschijnselen van katten met een pancreatitis
Helaas of gelukkig verlopen de symptomen bij katten vaak veel vager dan bij honden. Dit maakt dat een ontsteking van de alvleesklier bij katten vaak veel lastiger te herkennen is.
Wat hebben katten met een pancreatitis aan verschijnselen:
- Sloomheid, soms zelfs als enige symptoom
- Verlies van eetlust
- Diarree
- Buikpijn
Diagnose alvleesklierontsteking
De diagnose pancreatitis is vaak een wat langer proces omdat verschijnselen zoals hierboven beschreven vrij algemeen zijn. Dit is de reden dat er vaak in eerste instantie van uitgegaan wordt van meer voorkomende oorzaken van buikpijn, braken en diarree. Indien de klachten heel heftig zijn, aanhouden of steeds terugkomen dan wordt er uiteraard verder gezocht. Vaak zal de dierenarts na een uitgebreide anamnese (vragen over de hond of kat aan de eigenaar) en een lichamelijk onderzoek, besluiten tot een bloedonderzoek om onder andere pancreasenzymen zoals lipase te bepalen. Wanneer er inderdaad afwijkende waarden gevonden worden kan dit een reden zijn om de alvleesklier doormiddel van een echo in beeld te brengen. Dierenartsen kunnen wanneer de echo van de buik inderdaad afwijkingen vertoont ook nog een biopt nemen om te bepalen wat de afwijkingen precies is. Ze kunnen dan bepalen of de afwijking een ontsteking is dan wel veroorzaakt wordt door een tumor.
Hoppa even behandelen en weg is de pancreatitis....
Helaas zo werkt het niet bij een ontsteking van de alvleesklier. Het lichaam zal zelf moeten genezen maar er is uiteraard wel een symptomatische behandeling nodig zodat het lichaam de rest kan doen. Je kunt dan denken aan pijnbestrijding middels opiaten, infusen voor aanvulling van onder andere vocht, medicijnen tegen de misselijkheid en wanneer er niet gebraakt wordt dan is dwangvoeren vaak nodig om het dier te laten eten. Gelukkig zijn al deze maatregelen niet bij alle pancreas ontstekingen nodig want bijvoorbeeld een chronische pancreatitis verloopt en stuk milder. Dan volstaat vaak een voeding met weinig vetten, waardoor de hond zich snel beter zal voelen.
Complicaties van alvleesklierontsteking zoals exocriene pancreas insufficientie (EPI).
Bij een zeer acuut en heftig verlopende ontsteking kan het helaas voorkomen dat een hond of kat met de beste symptomatische zorg toch komt te overlijden. Dit is gelukkig niet bij alle dieren zo want er ook zijn er heel veel die gewoon herstellen, soms zelfs zonder schade of andere klachten.
EPI: exocriene pancreas insufficientie, te weinig of geen verteringssappen.
Wanneer er sprake is van een subtiel verlopende chronisch terugkerende ontsteking dan is het zeer goed mogelijk dat er in de alvleesklier schade ontstaat. Indien dit meer in het endocriene deel is, kan een dier suikerziekte ontwikkelen. Wanneer de schade in het exocriene deel te groot wordt dan kan het dier een exocriene pancreas insufficientie (EPI) ontwikkelen. Bij EPI is de schade van de alvleesklier zo groot dat er geen of veel te weinig verteringsenzymen geproduceerd kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat er een grote hoeveelheid ontlasting ontstaat, er wordt immers te weinig verteerd waardoor er te veel niet opgenomen voedingsstoffen het lichaam weer verlaten. Daarbij valt op dat de ontlasting een hele andere kleur heeft gekregen, deze is grijs met de kleur van stopverf. Aangezien het opgegeten voer dus vrijwel onverteerd het lichaam weer verlaat, heeft de hond of kat te weinig bruikbare voedingsstoffen en energie zodat ze sterk vermageren ondanks eetlust. Het zal niet verwonderen dat deze dieren constant honger hebben en daarom zullen ze alles opeten wat ze tegen komen. Ze eten hierbij ook dingen (pica) welke eigenlijk niet eetbaar zijn.
Honden en katten die EPI hebben zullen geholpen moeten worden om hun eten weer goed te kunnen verteren. Dit zijn daarom dieren, vaak honden, die onder begeleiding van de dierenarts starten met het toevoegen van pancreasenzymen om het goed verteerbare laag in vetten eten goed te kunnen verteren. Bij deze dieren wordt door al het gegeven voer een hoeveelheid pancreaspoeder zoals Zymoral toegevoegd. Het is bij deze dieren nodig om door al het aangeboden voer en dus ook alle tussendoortjes het poeder met de alvleesklier enzymen toe te voegen voor een goede vertering. Wanneer er brokken gevoerd worden is het erg aan te raden deze een beetje vochtig te maken zodat het poeder er goed aan blijft plakken.