Diarree bij honden.
Honden hebben normaal gesproken redelijk stevige ontlasting. Hoe stevig de ontlasting is, wat een normale hoeveelheid is en welke kleur, is ook afhankelijk van het soort voer welke de hond krijgt. Vers voer, brokken en natvoer dragen allemaal op hun eigen manier bij aan de vorming van ontlasting. Hoe meer vezels het voer bevat, hoe meer ontlasting er gevormd wordt. Daarom zegt de hoeveelheid totale ontlasting eigenlijk alleen maar iets, wanneer dit afwijkt van wat voor deze hond met deze voeding normaal is.
Wanneer is er dan sprake van acute diarree?
Wanneer de hond opeens meer zachtere en dunnere ontlasting heeft dan normaal. Ook als een hond vaker dan normaal (1 a 2 x per dag) poept, of als er bloed en slijm bij de ontlasting zit, wordt dit diarree genoemd. De dikte van de ontlasting kan ook per defecatie verschillen, dan zie je dat de ontlasting dan weer dunner dan weer dikker is. Dit lijkt misschien prima, maar wanneer dit aanhoudt, kan het ook raadzaam zijn er eens goed naar te laten kijken. We spreken van acuut als de diarree (dus van zachter tot waterdunne ontlasting) als dit tot maximaal een week tot 10 dagen bestaat.
Wat zie je naast te dunne ontlasting aan je hond bij acute diarree?
Bij veel honden zien we naast de afwijkende ontlasting eigenlijk vrij weinig. Ze lijken lekker te functioneren, zijn actief, drinken en eten goed. Dit zijn honden die vaak na een paar dagen wel weer hertellen, al dan niet geholpen met wat ander voer of een ander voerschema. Bij deze honden kan het helpen om een paar dagen meerdere kleinere porties per dag te voeren, maar ook het inzetten van een
licht verteerbare voeding kan het herstel bespoedigen.
Wanneer de hond langer diarree houdt of echter zieker wordt en koorts ontwikkeld of ook gaat braken, dan wordt het uiteraard een ander verhaal. Dit zijn honden die ziek zijn en vaak ook minder eten en drinken. Deze honden hebben daarom meer kans om uit te drogen en bij deze honden is uitgebreider onderzoek naar de oorzaak en klachten nodig. Uit het onderzoek bij de dierenarts komt vervolgens een behandelplan en zal er gekeken worden of en welke medicatie de hond kan helpen.
De oorzaak van acute diarree.
Acute diarree bij honden kan helaas door heel veel verschillende oorzaken ontstaan. Dit is ook de reden dat honden nog wel eens last hebben van te dunne ontlasting. De meest voorkomende oorzaken zijn:
- Het eten van de straat, dus ongeschikte 'rommel' (ontlasting van andere dieren, bedorven afval, voer voor andere dieren, maar ook tafelresten met kruiden, snoep).
- Virussen, zoals coronavirus (niet COVID-19), Hondeziekte en Parvovirus veroorzaken vaak diarree, maar tegen Hondeziekte en Parvo kan standaard gevaccineerd worden waardoor de honden er vaak minder ziek van worden.
- Parasieten, zoals wormen en Giardia. Door het ontwormen zelf kan een hond ook wel eens een dag dunnere ontlasting hebben, maar toch is het advies om 4x per jaar te ontwormen. Giardia geeft ook bij mensen klachten van buikkramp, slijm in de ontlasting en diarree.
- Verandering van voer of het geven van niet goed verteerbaar voer, honden hebben vaak even nodig om te wennen aan ander voer of het voer voldoet niet aan de eisen van de hond.
- Stress, dit kan velerlei klachten geven waaronder diarree. Helaas is het soms lastig om te ontdekken wat de stress veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan verhuizen, andere huisgenoten, baas vaker weg, onrust door ruzie in huis, naar het pension.
- Voedselovergevoeligheid, maar dan zien we vaak dat de diarree en andere klachten uiteraard aanhouden zolang de hond deze voeding krijgt.
Hoe te handelen bij acute diarree bij honden.
Wanneer de hond langer dan een week diarree heeft, ziek oogt dan wel bloed of slijm bij de ontlasting heeft, dan is het zeer aan te raden om je dierenarts te bezoeken. Daar zal de hond onderzocht worden om te kijken of de hond wellicht een infuus nodig heeft om vocht en elektrolyten weer op het gewenste niveau te krijgen. Door diarree treden er allerlei verschuivingen op in de water en mineralen huishouding, die ook weer bijdragen aan het ziek voelen van de hond. Daarnaast hangt een verdere behandeling helemaal af van de oorzaak. Het kan dan nodig zijn om bijvoorbeeld te ontwormen, om koortsverlagende en pijnstillende medicatie te geven of niets te geven anders dan een infuus.
Verder wordt er vaak gekozen om tijdelijk vaker te voeren, zodat de porties kleiner zij. Hierdoor worden de darmen minder belast. En er wordt vaak gebruik gemaakt van een voeding die licht verteerbaar is en meer voedingswaarde heeft, zodat de hond met minder grote porties wel voldoende energie, voedingsstoffen en mineralen kan opnemen.
Wanneer blijkt dat bovenstaande maatregelen toch onvoldoende blijken te werken bij terug keer naar het oude voer en waarbij uitgesloten kan worden dat de hond elders voeding haalt, dan kan het zijn dat er sprake is van voeding intolerantie. Dan kan het geven van een hypoallergene voeding bijdragen het herstel. Het is aan te raden dit samen met je dierenarts te doen.